Een pion is één van de speelstukken van het schaakspel. Vaak worden de pionnen niet tot de schaakstukken gerekend, maar spreekt men van stukken en pionnen. De stukken zijn de Koning, de Dame, de Toren, de Loper en het Paard. Zowel de zwartspeler als de witspeler hebben in de beginstand ieder acht pionnen, meer dan ieder ander schaakstuk dat op het schaakbord in de beginstelling staat. Toch wordt de pion bij bijna alle schaakinstructies en alle schaaklesmethodes als laatste behandeld. Waarom is dat? Nou, dat komt omdat de pion misschien wel het moeilijkste speelstuk is van allemaal.
De loop van de pion is totaal anders dan dat van alle andere stukken. De pion slaat en valt ook niet aan zoals die gaat, maar schuin naar voren. Naar voren, want de pion is het enige speelstuk dat alleen naar voren kan, nooit achteruit. Alle andere stukken kunnen behalve vooruit ook achteruit. Een pion gaat per zet één veld vooruit, maar vanuit de beginstelling mag een pion ook twee velden recht vooruit geplaatst worden. Hoeft niet, maar mag. Het aanvallen of slaan door een pion is niet recht vooruit, maar schuin vooruit, altijd maar één veld, ook vanuit de beginstelling. Een schuine zet is alleen mogelijk als er een pion van de tegenstander of een stuk van de tegenstander geslagen wordt. Een pion gaat (loopt) dus recht en slaat schuin. En een pion zet is ook onomkeerbaar.
Als een pion de achterste rij, aan de overkant van het bord dus, bereikt, dan moet hij promoveren tot een stuk van de eigen kleur. Je kunt echter nooit tot pion of Koning promoveren, alleen maar tot Dame, Toren, Paard of Loper. Meestal kiest men voor de Dame. Het promoveren tot Toren, Paard of Loper wordt ook wel minorpromotie genoemd. Door een pion te promoveren kunnen er dus bijvoorbeeld twee witte dames op het bord voorkomen, maar bijvoorbeeld ook drie lopers, drie torens of drie paarden.
De aller vreemdste pion zet is het en-passant-slaan door een pion. Als een pion vanuit de beginstelling twee velden vooruit gaat, en alleen dan, niet bij twee keer één zet vooruit, en letterlijk naast een pion van de tegenstander (de andere kleur) komt te staan, kan hij in de zet direct daarna door de vijandelijke pion geslagen worden, alsof bij mee één veld vooruit was gegaan … even nog een keer lezen, dit is best ingewikkeld, dat en-passant-slaan … En passant slaan komt uit het Frans en betekent ‘in het voorbijgaan slaan’ en is misschien wel de meest vreemde schaakzet, die er is, die bij de meeste beginnende schakers is deze zet nauwelijks of niet bekend is.
Voorbeeld, zetten: 1. e2-e4, c7-c5 2. e4-e5, d7-d5 3. e5xd6 e.p.
Een gevoelsmatige rechtvaardiging voor het bestaan van deze regel is dat een pion anders een vijandelijke pion zou kunnen passeren, zonder dat deze in de gelegenheid is geweest hem te slaan. En passant slaan is de enige slag-zet in het schaakspel waarbij het stuk dat slaat niet op het veld van het geslagen stuk terechtkomt. Bij een normale slag-zet is het onvermijdelijk dat men eerst het vijandelijke stuk van het bord neemt en pas daarna het eigen stuk op het vrijgekomen veld zet. Bij en passant slaan is dat niet het geval. De pionnen kunnen in een willekeurige volgorde verplaatst worden, maar elke beweging is definitief, conform de aanraken-is-zetten-regel. Bij het noteren van een en-passant zet, schrijft met er e.p. achter. Daarom is het en passant slaan ook zo’n moeilijke en vreemde zet, maar wel weer zo’n zet die het schaken extra interessant en leuk maakt.
De Pion:
– kan alleen vooruit gezet worden, nooit achteruit, één veld per keer, behalve vanuit de beginstelling
– van uit de beginstelling mag de pion één of twee velden (mag, (hoeft niet) vooruit worden gezet
– gaat vooruit, maar slaat schuin
– aanvallen en schaakgeven gaat ook schuin
– promoveren
– en-passant-slaan
Ben je door deze uitleg over de pion nog geïnteresseerder geraakt om te leren schaken? Kom dan vrijdagavond naar Activiteitencentrum Dommelbergen, Arkendonk 90 te Oosterhout (-noord). De jeugd tot en met 17 jaar krijgt les en speelt competitie van 18:45u tot 20:30u. De oudere jeugdleden en de senioren zijn welkom vanaf 20:30u. Zowel de senioren, als de jeugdleden spelen diverse verschillende tempo’s, klassiek-tempo (het Avondcompetitie tempo van 40 ztn p.p + kwartier p.p. uit), maar ook Rapid-tempo, Snelschaken, Bullit, Blitz, Doorgeefschaak, enzovoorts. Rode Lopers verzorgt ook (interne) schaaktrainingen voor zowel jeugdleden en bij voldoende belangstelling ook voor volwassenen. Drie of vier keer per jaar komen IM Stefan Kuipers, WGM Erika Sziva of WGM Anne Haast ook naar Rode Lopers om schaaktrainingen te geven, of een simultaan.
Op vrijdagavond 28 januari 2022 zal de van oorsprong Dongense WGM (Womens Grand Master) Anne Haast schaaktraining geven aan zowel de jeugd als de volwassenen leden van Rode Lopers verzorgen.
Anne is 5-voudig Nederlands Kampioene Damesschaak. Schaken is fun! … vooral bij Rode Lopers.